-
1 lend
v. lenen, uitlenen; verlenen; toevoegen; bijdragen; geven; helpen2 verlenen ⇒ schenken, geven♦voorbeelden:2 lend colour/dignity to • kleur/waardigheid verlenen aanlend support to • steun verlenen aan -
2 lend someone a book
-
3 loan
n. lening; het uitlenen--------v. uitlenen; lenenloan1[ loon] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:have something on loan from someone • iets van iemand te leen hebben————————loan2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 aufnehmen
aufnehmen♦voorbeelden:die Küche aufnehmen • de keuken dweilenMaschen aufnehmen • steken opnemenein Kind auf den Arm aufnehmen • een kind op de arm nemenetwas vom Boden aufnehmen • iets van de grond oprapen2 eine Arbeit aufnehmen • een werk opnemen, beginnenden Kampf aufnehmen • de strijd aanbindendie Verfolgung aufnehmen • de achtervolging inzetten8 eine Anleihe aufnehmen • een lening aangaan, sluitender Film wurde mit Begeisterung vom Publikum aufgenommen • het publiek reageerde enthousiast op de filmein Protokoll aufnehmen • een proces-verbaal opmakeneinen Unfall aufnehmen • een ongeval protocolleren
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский